Sectie 1 Algemene informatie en materiële grondslagen voor financiële verslaggeving

Algemene informatie

NV Nederlandse Spoorwegen is gevestigd aan Laan van Puntenburg te Utrecht in Nederland (KvK nummer 30012558). De geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap over het boekjaar 2023 omvat de vennootschap en haar dochterondernemingen (hierna te noemen Groep) en het belang van de Groep in deelnemingen en vennootschappen waarover gezamenlijk met derden zeggenschap wordt uitgeoefend. NV Nederlandse Spoorwegen is de houdstermaatschappij van NS Groep NV die op haar beurt de houdstermaatschappij is van de werkmaatschappijen die de verschillende bedrijfsactiviteiten van het concern uitvoeren. De cijfers van de geconsolideerde jaarrekening van NS Groep NV zijn in materiële zin gelijk aan de geconsolideerde cijfers van NV Nederlandse Spoorwegen. De werkmaatschappijen van NS Groep NV zijn opgenomen in noot 34. De activiteiten van de Groep betreffen voornamelijk vervoer van reizigers, beheer en ontwikkeling van vastgoed en exploitatie van stationslocaties.

De raad van bestuur heeft op 20 februari 2024 de jaarrekening opgemaakt. De raad van commissarissen heeft in het preadvies aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders geadviseerd de jaarrekening ongewijzigd vast te stellen. Raad van bestuur en raad van commissarissen hebben op 20 februari 2024 toestemming gegeven voor publicatie van de jaarrekening. In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 6 maart 2024 zal de vaststelling van deze jaarrekening aan de orde zijn.

Onder toepassing van artikel 2:402 lid 1 BW is in de enkelvoudige jaarrekening van NV Nederlandse Spoorwegen volstaan met een beknopte winst- en verliesrekening.

Acquisitie en verkopen van bedrijven

Op 28 februari 2023 heeft de Groep haar aandelen in Abellio Transport Group Ltd overgedragen aan de Britse entiteit Transport UK Group Ltd, die eigendom is van het lokale management. Per de datum van overdracht zijn Abellio Transport Group Ltd en haar groepsmaatschappijen niet meer opgenomen in de consolidatie. Zie voor verdere toelichting noot 1.

De toelichtingen in de jaarrekening zijn opgesteld exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten, tenzij anders is aangegeven.

Materiële grondslagen voor financiële verslaggeving

Hierna volgt een uiteenzetting van de materiële grondslagen voor consolidatie, de waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat van de Groep. Deze grondslagen zijn in overeenstemming met IFRS, voor zover aanvaard door de EU, en worden consistent toegepast op alle informatie die wordt gepresenteerd. Voorts wordt, voor zover van toepassing, voldaan aan de wettelijke bepalingen betreffende de jaarrekening zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. Als waarderingsgrondslag hanteert de Groep het historische kostprijsstelsel, tenzij anders is vermeld.

Waardering voorziening bodemsanering

Voor de voorziening bodemsanering past NS, op basis van ervaringscijfers, een schattingswijziging toe om beter aan te sluiten bij de werkelijke termijn waarop vervuilingsgevallen worden gesaneerd. De praktijk wijst uit dat het moment van sanering van gevallen van bodemverontreiniging verder in de toekomst ligt dan initieel ingeschat. De bodemsaneringslast is in het verleden berekend door het contant maken van de saneringslast over een periode tot en met 2030. Op basis van ervaringscijfers is gebleken dat deze aanname niet meer realistisch is. Verontreinigingsgevallen waarvan de planning onbekend is worden vanaf 2023 over 15 jaar contant gemaakt, totdat zicht is op de einddatum van deze gevallen. Vanaf dat moment wordt de einddatum gehanteerd.

De schattingswijziging heeft geleid tot een vrijval van de voorziening van € 2 miljoen in 2023. De vrijval bestaat uit twee tegengestelde effecten: door de schattingswijziging vallen de kosten voor indexatie in toekomstige jaren enerzijds € 10 miljoen hoger uit, door het contant maken van de voorziening over een langere periode daalt de voorzieningswaarde per 31 december 2023 anderzijds met € 12 miljoen. Het contante waarde effect leidt in de toekomst, tot en met 2038, tot hogere rentelasten van eveneens € 12 miljoen.

Belangrijke (resultaat) ontwikkelingen

Het structureel gewijzigde reizigersgedrag na de coronapandemie en de hoge inflatie hebben invloed gehad op het resultaat in 2023. De activiteiten in het Verenigd Koninkrijk zijn per 28 februari 2023 verkocht. De resultaten over 2022 en 2023 zijn gepresenteerd onder de beëindigde bedrijfsactiviteiten (zie noot 1).

Het resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten van de Groep is € 390 miljoen negatief mede als gevolg van de bijzondere waardeverminderingen in Nederland voor een netto bedrag van € 318 miljoen (bestaande uit een bijzondere waardevermindering van € 402 miljoen en een lagere afschrijvingslast van € 84 miljoen) en Duitsland voor een bedrag van € 121 miljoen (noot 15). Het resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten is hiernaast positief beïnvloed door de vrijval van voorzieningen ter hoogte van € 136 miljoen (noot 30) en additionele bijdragen van de Nederlandse overheid voor een bedrag van € 60 miljoen (noot 2).

Het netto financieringsresultaat bedraagt € 43 miljoen positief (2022: € 173 miljoen positief). Het positieve financieringsresultaat wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door een vrijval van voorziene verplichtingen en garanties in relatie tot de insolventieprocedure in Duitsland ad € 66 miljoen (2022: € 77 miljoen).

Er is een belastingbate geboekt van € 107 miljoen (2022: € 37 miljoen belastinglast). De effectieve belastingdruk wijkt licht af van de reguliere belastingdruk. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de hierboven genoemde financieringsresultaten (Duitsland) die niet belast zijn (zie noot 10) en het niet waarderen van de latentie verliescompensatie van de Duitse activiteiten.

De volgende gebeurtenissen hebben substantiële impact gehad op de financiële cijfers van de Groep:

  • Naar aanleiding van de gewijzigde economische omstandigheden in Nederland en naar aanleiding van de ondertekening van de HRN concessie voor de periode 2025-2033 heeft in 2023 een herbeoordeling plaatsgevonden op de in 2020 verantwoorde bijzondere waardeverminderingen (zie noot 15). Deze herbeoordeling heeft geleid tot bijzondere waardevermindering voor een bedrag van € 402 miljoen.

  • Sinds 31 mei 2022 zijn Abellio Transport Group Ltd en haar groepsmaatschappijen (hierna Abellio UK) gepresenteerd als activa en passiva aangehouden voor verkoop. De transactie is op 28 februari 2023 voltooid door overdracht van de aandelen in Abellio Transport Group Ltd aan de Britse entiteit Transport UK Group Ltd, die eigendom is van het lokale management. Per de datum van overdracht is Abellio UK niet meer opgenomen in de consolidatie. De netto resultaten van de beëindigde activiteiten in het Verenigd Koninkrijk zijn opgenomen onder het "Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten" (zie noot 1). De activa die zijn ontstaan na de beëindiging van bedrijfsactiviteiten in het Verenigd Koninkrijk zijn toegelicht in noot 23.

  • Om voortzetting van verliesgevende contracten te voorkomen werd in Duitsland met ingang van 30 juni 2021 een herstructurering noodzakelijk geacht door middel van insolventie in eigen beheer. Dit betrof een voorlopige insolventieprocedure, waarbij de voormalige aandeelhouders zeggenschap verliezen. In 2022 heeft Abellio Duitsland voor verschillende entiteiten haar herstructurering afgerond en heeft NS met de terugkoop van de aandelen opnieuw zeggenschap gekregen over PTS GmbH (per 1 februari 2022), WestfalenBahn GmbH (per 1 maart 2022) en Abellio Rail Mitteldeutschland GmbH (per 1 juli 2022). Vanaf dat moment zijn deze entiteiten weer opgenomen in de consolidatie. Het verlieslatende DISA-contract wordt door Abellio Rail Mitteldeutschland, op kosten van NS, voortgezet tot december 2024. De activiteiten in Noordrijn-Westfalen en Baden-Württemberg zijn in januari 2022 stopgezet en overgedragen aan door de Passenger Transport Authorities (PTA's) aangewezen exploitanten, omdat met de PTA's geen overeenstemming kon worden bereikt over een aanvullende vergoeding voor de exploitatie van de concessies. De allocatie van de aankoopprijs van PTS GmbH, WestfalenBahn GmbH en Abellio Rail Mitteldeutschland GmbH is in 2023 afgerond. Dit heeft geleid tot een negatief effect van € 5 miljoen, dat retrospectief is verwerkt in het nettofinancieringsresultaat 2022. Zie noot 32 voor nadere toelichting.

  • De druk op de bedrijfsresultaten in Duitsland door de slechte operationele prestaties, in combinatie met de negatieve invloed van hogere personeels- en energiekosten op de bedrijfsresultaten na 2023, zijn aanleiding geweest voor het uitvoeren van een bijzondere waardeverminderingstoets. Dit heeft geresulteerd in een bijzondere waardevermindering voor een bedrag van € 121 miljoen (zie noot 15).

  • In de insolventieprocedure betreffende de voormalige Duitse holding Abellio GmbH heeft de curator overeenstemming bereikt met de crediteuren en NS. Met dit akkoord kan het faillissement afgehandeld worden, wat nog enige tijd in beslag kan nemen. De voorziening per 31 december 2023 is in lijn gebracht met de uitkomst van de procedure, zie noot 30 voor verdere toelichting.

Een nadere analyse van het resultaat is opgenomen in de paragraaf “Financiën in het kort” van het NS Jaarverslag.

Continuïteitsveronderstelling

De Groep heeft de jaarrekening voor het boekjaar 2023 opgesteld op basis van het continuïteitsbeginsel, dat uitgaat van de continuïteit van de lopende bedrijfsactiviteiten en de realisatie van activa en de afwikkeling van de verplichtingen in het kader van de normale bedrijfsuitoefening.

De Groep heeft financiële prognoses opgesteld, onder andere voor de twaalf maanden vanaf de datum van goedkeuring van deze jaarrekening. De Groep heeft geconcludeerd dat het gepast is om de jaarrekening op te stellen op basis van het continuïteitsbeginsel en dat er geen sprake is van een materiële onzekerheid. Om tot deze conclusie te komen heeft de Groep verschillende scenario’s doorgerekend en is er in elk van de scenario’s ruimte voor eventuele tegenvallende opbrengsten en/of uitgaven.

De belangrijkste uitgangspunten en onzekerheden in de liquiditeitsprognose met betrekking tot de Groep hebben betrekking op:

  • lager niveau reizigersopbrengsten ten opzichte van 2019 als gevolg van een veranderde reizigersvraag. Voor 2023 is een eenmalig transitievangnet door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) toegezegd voor een bedrag van € 150 miljoen voor de gehele sector. Het aandeel van NS bedraagt naar verwachting € 45 miljoen. Voor de periode daarna zijn geen toezeggingen gedaan. Voor het transitievangnet OV is een voorschot van 80% ontvangen in 2023, de Groep verwacht de resterende 20% te ontvangen in 2024;

  • compensatie voor gederfde tariefsverhoging 2024 ter hoogte van € 120 miljoen in 2024;

  • onzekerheden over kostenniveaus als gevolg van tekorten op de arbeidsmarkt, grondstofprijzen en inflatie;

  • positieve kasstromen uit de afwikkeling van de oude concessies en claims in het Verenigd Koninkrijk ter hoogte van ca. € 90 miljoen;

  • OV studentenkaart contract, uitgangspunt is dat deze in zijn reguliere vorm wordt voortgezet en deze opbrengsten voor 2025 volledig worden vooruit ontvangen in de periode van de financiële prognose;

  • timing en omvang van investeringen in nieuw materieel.

De voor de Groep beschikbare liquiditeiten bedragen per 31 december 2023 € 1.074 miljoen. Dit bedrag is inclusief beleggingen in twee geldmarktfondsen ter hoogte van € 614 miljoen. De Groep heeft in 2023 twee leningen van in totaal € 170 miljoen op 'forward' basis voor storting in 2024 gearrangeerd, waarvan € 50 miljoen wordt gestort per 30 april 2024 en € 120 miljoen per 2 juli 2024.

Tevens kan de Groep gebruik maken van kredietfaciliteiten van in totaal € 830 miljoen. Van deze kredietfaciliteiten heeft:

  • € 500 miljoen betrekking op een zogenaamde 'revolving credit' faciliteit (beschikbaar tot 20 december 2027);

  • € 200 miljoen betrekking op een kredietfaciliteit (beschikbaar tot 12 mei 2024), deze faciliteit wordt gebruikt voor het aantrekken van een in delen af te lossen langlopende lening met een looptijd van 4 jaar;

  • € 130 miljoen betrekking op een financieringsfaciliteit (beschikbaar tot 17 december 2024), waaronder één of meerdere lineair aflossende langlopende lening(en) aangetrokken kunnen worden met een maximale looptijd van 15 jaar.

De Groep verwacht gebruik te kunnen maken van alternatieve financieringsmogelijkheden als de situatie dat vereist.

Op basis van voorgenoemde komt de Groep tot de conclusie dat het gepast is om de jaarrekening op te stellen op basis van het continuïteitsbeginsel en er geen sprake is van een materiële onzekerheid.

Nieuwe standaarden en wijzigingen in standaarden die verplicht zijn met ingang van 2023

De Groep heeft met ingang van 1 januari 2023 de volgende nieuwe standaarden en wijzigingen op standaarden aangehouden, met inbegrip van alle daaruit voortvloeiende wijzigingen in overige standaarden. Deze nieuwe of aangepaste standaarden hebben geen significante impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep gehad:

  • wijzigingen in IAS 1 Presentatie van de jaarrekening en IFRS Practice Statement 2: Informatieverschaffing over de grondslagen voor financiële verslaggeving (per 1 januari 2023);

  • wijzigingen in IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en Schattingen en Fouten: Definitie van boekhoudkundige schattingen (per 1 januari 2023);

  • wijzigingen in IAS 12 Winstbelastingen: Uitgestelde belastingen met betrekking tot activa en verplichtingen die voortvloeien uit één enkele transactie (per 1 januari 2023);

  • IFRS 17 Verzekeringscontracten; inclusief wijzigingen aan IFRS 17 (per 1 januari 2023);

  • wijzigingen in IFRS 17 Verzekeringscontracten: Initiële toepassing van IFRS 17 en IFRS 9 – Vergelijkende cijfers (per 1 januari 2023);

  • internationale belastinghervorming - Modelregels van de tweede pijler - Wijzigingen in IAS 12. De wijzigingen in IAS 12 zijn ingevoerd als reactie op de BEPS-regels van de tweede pijler van de OESO en omvatten:

    • een verplichte tijdelijke uitzondering op de opname en vermelding van uitgestelde belastingen die voortvloeit uit de implementatie van de tweede pijler modelregels door rechtsgebieden; en

    • toelichtingsvereisten voor betrokken entiteiten om gebruikers van de jaarrekening een beter inzicht te geven in de blootstelling van een entiteit aan inkomstenbelastingen van de tweede pijler die voortvloeien uit die wetgeving, met name vóór de ingangsdatum ervan. De verplichte tijdelijke uitzondering - waarvan het gebruik openbaar moet worden gemaakt - is onmiddellijk van toepassing. De overige toelichtingsvereisten zijn van toepassing op jaarlijkse verslagperioden die op of na 1 januari 2023 aanvangen.

  • in de rechtsgebieden waarin de Groep actief is, is wetgeving van de tweede pijler van kracht. De wetgeving zal van kracht zijn voor het boekjaar van de Groep dat begint op 1 januari 2024. De Groep heeft een inschatting gemaakt van de potentiële blootstelling van de Groep aan belastingen van de tweede pijler. Deze beoordeling is gebaseerd op de meest recente beschikbare informatie over de financiële prestaties van de samenstellende entiteiten in de Groep. Op basis van de uitgevoerde beoordeling zal NS in de landen waar zij actief is, gebruik maken van de tijdelijke safe harbourregeling.

Nieuwe standaarden en wijzigingen in standaarden die verplicht zijn met ingang van 2024 of later

De Groep heeft geen nieuwe standaarden, wijzigingen van bestaande standaarden of interpretaties vervroegd vrijwillig toegepast die pas met ingang van de jaarrekening over 2024 of later verplicht zijn.

De volgende nieuwe of aangepaste standaarden hebben geen significante impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep:

  • wijzigingen in IAS 1 Presentatie van de jaarrekening classificatie van verplichtingen als kortlopend of langlopend (per 1 januari 2024);

  • wijzigingen in IFRS 16: leaseverplichting in een sale en lease back (per 1 januari 2024);

  • wijzigingen in IAS 7 Het kasstroomoverzicht en IFRS 7 Financiële instrumenten: Informatieverschaffing: Leveranciersfinancieringsovereenkomsten (uitgegeven op 25 mei 2023);

  • wijzigingen in IAS 21 De gevolgen van wisselkoerswijzigingen: Gebrek aan inwisselbaarheid (uitgegeven op 15 augustus 2023).

Schattingen en beoordelingen

De opstelling van de jaarrekening vereist dat de raad van bestuur oordelen vormt en schattingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die, gegeven de omstandigheden, als redelijk worden beschouwd. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden periodiek beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden verwerkt in de periode waarin de schatting wordt herzien, of in toekomstige perioden indien de herziening daar betrekking op heeft.

De belangrijkste schattingen en beoordelingen betreffen:

  • continuïteitsveronderstelling (zoals hiervoor is opgenomen in de paragraaf “Continuïteitsveronderstelling”);

  • verwachte kasstromen als gevolg van beëindiging van bedrijfsactiviteiten in het Verenigd Koninkrijk (noot 1);

  • bijzondere waardeverminderingen (noot 15);

  • latente belastingvorderingen (noot 11);

  • debiteuren en overige vorderingen (noot 18);

  • overige voorzieningen en niet in de balans opgenomen regelingen (noot 30 en noot 33).

De hierna uiteengezette grondslagen voor financiële verslaggeving zijn consistent toegepast voor de gepresenteerde perioden in deze geconsolideerde jaarrekening.

Grondslagen voor consolidatie

Dochterondernemingen

De Groep heeft zeggenschap over een entiteit indien zij op basis van haar betrokkenheid bij de entiteit is blootgesteld aan, dan wel recht heeft op, variabele rendementen en het vermogen heeft die rendementen te beïnvloeden aan de hand van haar zeggenschap over de entiteit. De jaarrekeningen van dochterondernemingen zijn in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum waarop voor het eerst sprake is van zeggenschap tot aan het moment waarop deze eindigt.

Bij verlies van zeggenschap over de dochteronderneming worden de activa en verplichtingen van die dochteronderneming, eventuele minderheidsbelangen en overige met de dochteronderneming samenhangende vermogenscomponenten niet langer in de balans verantwoord. Het eventuele overschot of tekort wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening. Indien de Groep een belang behoudt in de voormalige dochteronderneming dan wordt dat belang tegen de reële waarde verantwoord per de datum waarop niet langer sprake is van zeggenschap.

Verwerving van dochterondernemingen

Bedrijfscombinaties worden verwerkt op basis van de overnamemethode per de datum waarop de zeggenschap overgaat naar de Groep. De voor de overname overgedragen vergoeding wordt gewaardeerd tegen reële waarde, evenals de netto identificeerbare verworven activa. Eventuele goodwill die hieruit voortvloeit wordt jaarlijks getoetst op bijzondere waardeverminderingen. Eventuele boekwinst uit een voordelige koop wordt direct in de winst- en verliesrekening opgenomen. Transactiekosten worden opgenomen wanneer zij worden gemaakt.

Eliminatie van transacties bij consolidatie

Intragroepssaldi en -transacties, alsmede eventuele niet-gerealiseerde winsten en verliezen op transacties binnen de Groep of baten en lasten uit dergelijke transacties, worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde winsten uit hoofde van transacties met investeringen verwerkt volgens de equity-methode worden geëlimineerd naar rato van het belang dat de Groep in de investering heeft. Niet-gerealiseerde verliezen worden op dezelfde wijze geëlimineerd als niet-gerealiseerde winsten, maar alleen voor zover er geen aanwijzing is voor een bijzondere waardevermindering.

Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten

De Groep classificeert vaste activa en groepen activa die worden afgestoten als aangehouden voor verkoop indien hun boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd door een verkooptransactie en niet door het voortgezette gebruik ervan. Vaste activa die worden geclassificeerd als aangehouden voor verkoop worden gewaardeerd tegen de laagste van de boekwaarde en de reële waarde verminderd met verkoopkosten. Aan de criteria voor classificatie als aangehouden voor verkoop wordt alleen geacht te zijn voldaan wanneer de verkoop zeer waarschijnlijk is, en het actief dat of de groep activa die wordt afgestoten in zijn huidige staat onmiddellijk beschikbaar is voor verkoop. Acties die nodig zijn om de verkoop te voltooien moeten aangeven dat het onwaarschijnlijk is dat belangrijke wijzigingen in de verkoop zullen worden aangebracht of dat de beslissing tot verkoop zal worden ingetrokken. Het management moet zich verbinden tot het plan om het actief te verkopen en de verkoop zal naar verwachting binnen één jaar na de datum van de classificatie worden afgerond.

Een activiteit wordt toegelicht als een beëindigde bedrijfsactiviteit als het een onderdeel is van de Groep dat ofwel is afgestoten, ofwel is geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch bedrijfsgebied vertegenwoordigt en deel uitmaakt van één gecoördineerd plan om een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch bedrijfsgebied af te stoten.

Materiële, immateriële en gebruiksrecht vaste activa worden niet afgeschreven zodra zij zijn geclassificeerd als aangehouden voor verkoop. Activa en verplichtingen geclassificeerd als aangehouden voor verkoop worden afzonderlijk gepresenteerd als vlottende activa of kortlopende verplichtingen.

Beëindigde bedrijfsactiviteiten worden uitgesloten van de resultaten van voortgezette bedrijfsactiviteiten en worden als één bedrag gepresenteerd als winst of verlies na belasting uit beëindigde bedrijfsactiviteiten in de winst- en verliesrekening.

Aanvullende informatie wordt verstrekt in noot 1. Alle andere toelichtingen bij de jaarrekening bevatten bedragen voor voortgezette activiteiten, tenzij anders aangegeven.

Vreemde valuta

Transacties in vreemde valuta

Transacties luidend in vreemde valuta worden in de betreffende functionele valuta van de groepsentiteiten omgerekend tegen de geldende wisselkoers per transactiedatum. In vreemde valuta luidende monetaire activa en verplichtingen worden per balansdatum in de functionele valuta omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoers. In vreemde valuta luidende niet-monetaire activa en verplichtingen die tegen reële waarde worden gewaardeerd worden naar de functionele valuta omgerekend tegen de wisselkoersen die golden op de data waarop de reële waarden werden bepaald. In vreemde valuta luidende niet-monetaire activa en verplichtingen die op basis van historische kosten worden gewaardeerd worden niet opnieuw omgerekend.

De bij omrekening optredende valutakoersverschillen van de volgende posten worden verwerkt in niet-gerealiseerde resultaten:

  • financiële verplichtingen die worden aangemerkt als afdekking van de netto-investering in een buitenlandse activiteit;

  • in aanmerking komende kasstroomafdekkingen voor zover de afdekking effectief is.

Buitenlandse activiteiten

De activa en verplichtingen van buitenlandse activiteiten, met inbegrip van goodwill en bij consolidatie ontstane reële-waarde correcties, worden in euro’s omgerekend tegen de geldende koers per verslagdatum. De opbrengsten en kosten van buitenlandse activiteiten worden in euro’s omgerekend tegen de gemiddelde wisselkoers, die de wisselkoers op transactiedatum benadert.

Valuta-omrekeningsverschillen worden opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten en verwerkt in de reserve omrekeningsverschillen. Indien de Groep bij de verkoop van een buitenlandse activiteit de zeggenschap, de invloed van betekenis of een gezamenlijke zeggenschap verliest, dan wordt het cumulatieve bedrag in de reserve omrekeningsverschillen overgeboekt naar de winst of het verlies wanneer de winst of het verlies op de verkoop wordt verantwoord. Indien de Groep slechts een deel van haar belang in een dochter verkoopt, terwijl de Groep wel de zeggenschap houdt, dan wordt het desbetreffende evenredige deel van het cumulatieve bedrag opnieuw toegerekend aan het minderheidsbelang. Indien de Groep slechts een deel van haar belang in een geassocieerde deelneming of joint venture verkoopt, terwijl de Groep wel invloed van betekenis of gezamenlijke zeggenschap houdt, dan wordt het desbetreffende evenredige deel van het cumulatieve bedrag overgeboekt naar de winst- en verliesrekening.

Bepaling reële waarde

Een aantal grondslagen en de informatieverschaffing van de Groep vereisen de bepaling van de reële waarde van zowel financiële als niet-financiële activa en verplichtingen. Voor waarderings- en informatieverschaffingsdoeleinden is de reële waarde op basis van de volgende methoden bepaald:

Vastgoedobjecten

Gezien de aard, diversiteit en locaties (stationsomgevingen) wordt de reële waarde van de vastgoedportefeuille niet periodiek bepaald, tenzij sprake is van indicaties op een bijzondere waardevermindering. Naar verwachting ligt de reële waarde hoger dan de boekwaarde van de vastgoedobjecten. Vastgoedobjecten worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen.

Beleggingen in financiële vaste activa

De reële waarde van schuldinvesteringen wordt bepaald op basis van de prijs per verslagdatum. De reële waarde aandeleninvestering (Eurofima) wordt bepaald op basis van de laatst beschikbare jaarrekening.

Derivaten

De reële waarde van derivaten wordt gevormd op basis van afgeleide marktnoteringen, waarbij rekening wordt gehouden met de actuele rente en de ingeschatte kredietwaardigheid van de tegenpartijen van het contract.

Activa aangehouden voor verkoop

De activa aangehouden voor verkoop worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de reële waarde is gebaseerd op de directe opbrengst waarde onder aftrek van verwachte verkoopkosten.

Niet-afgeleide financiële verplichtingen

De reële waarde van niet-afgeleide financiële verplichtingen wordt bepaald ten behoeve van de informatieverschaffing en berekend op basis van de contante waarde van toekomstige aflossingen en rentebetalingen, gedisconteerd tegen de marktrente per verslagdatum.

Gesegmenteerde informatie

De Groep is niet verplicht te voldoen aan de vereisten van IFRS 8, omdat geen sprake is van een beursnotering. Om te voldoen aan de eisen van de Nederlandse wet- en regelgeving is segmentinformatie naar geografisch gebied opgenomen ten aanzien van omzet en fte’s.

Grondslagen geconsolideerd kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld via de indirecte methode en is opgesteld aan de hand van de vergelijking tussen begin- en eindbalans van het betreffende boekjaar. Hierbij wordt het resultaat aangepast voor mutaties die niet hebben geleid tot ontvangsten of uitgaven gedurende het boekjaar. De kasstromen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten zijn afzonderlijk in het kasstroomoverzicht opgenomen teneinde aansluiting te houden met de diverse posten in de jaarrekening.

Print pagina