18. Debiteuren en overige vorderingen
(in miljoenen euro's) |
31 december 2023 |
31 december 2022 |
Debiteuren |
162 |
276 |
Nog te factureren opbrengsten |
147 |
130 |
Overige belastingen en sociale lasten |
- |
36 |
Overige vorderingen |
207 |
234 |
Totaal |
516 |
676 |
Onder de debiteuren en overige vorderingen is een bedrag opgenomen van € 31 miljoen (2022: € 117 miljoen) met betrekking tot ProRail en Rijksoverheid.
De ouderdomsopbouw van de debiteuren op de verslagdatum was als volgt:
31 december 2023 |
31 december 2022 |
|||
(in miljoenen euro's) |
Bruto |
Voorzien |
Bruto |
Voorzien* |
Nog niet opeisbaar |
63 |
- |
240 |
- |
Opeisbaar 0-30 dagen |
58 |
1 |
28 |
1 |
Opeisbaar 31-120 dagen |
11 |
2 |
8 |
1 |
Opeisbaar 121-180 dagen |
25 |
1 |
2 |
1 |
Opeisbaar 181-360 dagen |
9 |
2 |
3 |
2 |
Opeisbaar meer dan een jaar |
8 |
6 |
5 |
5 |
Totaal |
174 |
12 |
286 |
10 |
- *Vergelijkende cijfers 2022 zijn aangepast voor vergelijkingsdoeleinden. Dit betreft een verschuiving tussen categorieën.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen
Mutaties in de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot debiteuren gedurende het jaar waren als volgt:
(in miljoenen euro's) |
2023 |
2022 |
Stand per 1 januari |
10 |
87 |
Toevoegingen |
7 |
10 |
Verbruik |
-3 |
-11 |
Vrijval |
-2 |
-64 |
Aangehouden voor verkoop |
- |
-8 |
Koersverschillen |
- |
-4 |
Stand per 31 december |
12 |
10 |
Waarderingsgrondslag
De debiteuren en overige vorderingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde plus eventuele direct toerekenbare transactiekosten. Na eerste opname worden deze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve-rentemethode.
De Groep vormt een voorziening voor bijzondere waardeverminderingen ter grootte van de verwachte kredietverliezen uit hoofde van handels- en overige vorderingen. De belangrijkste onderdelen van deze voorziening zijn een specifieke verliesvoorziening voor afzonderlijke belangrijke posities en een collectieve verliesvoorziening voor groepen vergelijkbare activa in verband met verliezen die worden verwacht, maar nog niet zijn geïdentificeerd. De collectieve verliesvoorziening wordt bepaald op basis van historische betalingsgegevens voor vergelijkbare financiële activa.
Voorzieningen met betrekking tot debiteuren worden getroffen indien sprake is van een bijzondere waardevermindering, tenzij de Groep er zeker van is dat het onmogelijk is het verschuldigde bedrag terug te krijgen. In dat laatste geval wordt het bedrag aangemerkt als oninbaar en direct afgeboekt ten laste van het betreffende financiële actief.