Dilemma’s
Zowel bij de uitvoering van de dagelijkse operatie als bij het maken van toekomstplannen staat NS regelmatig voor dilemma’s. We vinden het belangrijk om een aantal daarvan met de buitenwereld te delen. Op deze manier geven we Nederland een inkijkje in de afwegingen die we in 2023 hebben gemaakt. Hieronder lichten we daarom drie belangrijke dilemma's waar NS afgelopen jaar voor stond uit.
Werkzaamheden: meer treinen of minder kwetsbare dienstregeling?
In de tweede helft van 2023 voerde ProRail veel werkzaamheden aan het spoor uit, onder meer bij Gouda, Schiphol en Rotterdam. Reizigers ondervinden vaak hinder van werkzaamheden: treinen rijden anders, minder of helemaal niet. Een reis kan langer duren dan normaal of moet deels per bus. Werkzaamheden maken de dienstregeling ook kwetsbaar en kunnen snel leiden tot mindere prestaties, zoals een lagere punctualiteit.
Bij grote werkzaamheden staat NS voor een dilemma: gaan we zoveel mogelijk treinen rijden om zoveel mogelijk reizigers te vervoeren? Of rijden we juist minder treinen, met minder kans op vertraging maar wel een lagere zitplaatskans voor reizigers? Meer treinen rijden vergroot namelijk bij een al kwetsbare dienstregeling het risico op een grotere impact van een verstoring. We kozen bij de werkzaamheden rond Rotterdam voor zoveel mogelijk treinen en een grotere impact als er een storing zou komen. Dat bleek te optimistisch: toen er naast de werkzaamheden ook nog verstoringen kwamen op het spoor, kwam er alleen maar meer ellende voor reizigers. Een goede les. Ook in 2024 zijn er nog veel werkzaamheden waarbij we meer de nadruk gaan leggen op robuustheid. NS kijkt met ProRail per situatie wat voor reizigers de beste manier is om de overlast te beperken.
Spreiden via tariefdifferentiatie: kleine groep mensen betaalt flink meer of iedereen een beetje
Sinds corona is het reizigersgedrag blijvend veranderd. Reizigers werken vaker thuis, zeker op woensdag en vrijdag, en vooral op dinsdag en donderdag reizen ze veel vaker in de hyperspits. Al ons materieel en personeel is ingesteld op die piekmomenten, terwijl we de rest van de dag vooral lege treinen rijden: gemiddeld over de hele dag is maar 1 van de 3 stoelen bezet. Hierdoor zijn onze vaste kosten hoog en als we niets doen aan de hyperspits blijven ze stijgen. NS wil reizigers daarom meer spreiden over de dag. Dat is ook duurzamer.
Ons tariefsysteem houdt geen rekening met de verschillen in drukte. Het maakt niet uit of je op dinsdagochtend om acht uur naar de Zuidas reist of op zondagmiddag naar Groningen. Terwijl de trein op dinsdag gemiddeld veel drukker is dan die op zondag. Dat stelt ons voor een dilemma: verhogen we de prijs van het treinkaartje voor iedereen of alleen voor reizigers die kiezen voor een drukke trein? NS deed een voorstel voor het tweede. Daarmee zou de trein op drukke tijden duurder worden en op de overige tijdstippen goedkoper. In dit voorstel ging zo'n 80 procent van de reizigers er op vooruit en zo'n 10 procent er op achteruit.
Met een nieuw tariefstelsel wil NS reizigers verleiden drukte te mijden. In zo’n nieuw stelsel wordt de prijs niet uitsluitend bepaald op basis van afstand maar ook op basis van drukte. NS heeft de weerstand tegen de spitsheffing onderschat; mensen vonden het onrechtvaardig. De politiek zette er een streep door. Maar daarmee blijft het probleem van drukte en betaalbaarheid bestaan. NS heeft van de politiek de opdracht gekregen om na te denken over alternatieven.
Een langlopend, duurder energiecontract versus een kort, betaalbaarder contract
Op 1 januari 2025 loopt het huidige energiecontract van NS en de spoorsector met Eneco af. NS wilde weer graag een betaalbaar, duurzaam contract met lange zekerheid en voorspelbare tarieven. Bij de start van de aanbesteding zaten we midden in de energiecrisis, onder andere door de oorlog in de Oekraïne. Door de turbulente omstandigheden was het onduidelijk wat potentiële aanbieders konden leveren tegen welke prijs. Wel werd duidelijk dat aanbieders minder bereid waren om risico’s te nemen, gezien de hoge en volatiele energieprijzen. Een andere risicoverdeling zou meer financiële risico’s voor NS en de sector als afnemers betekenen. Ook het afsluiten van langdurige contracten bleek in deze turbulente markt nauwelijks mogelijk, zonder zelf veel risico te lopen.
Dat stelde ons voor een keuze: zetten we in op een langlopend contract met meer risico op hogere tarieven of zelfs een niet-geslaagde aanbesteding, of kiezen we voor een kortlopend contract, met minder risico maar ook minder zekerheid voor de lange termijn? Samen met de spoorsector koos NS voor een kortlopend contract.