Financiële resultaten
Opnieuw negatief onderliggend resultaat uit bedrijfsactiviteiten
In de volgende tabel is de winst- en verliesrekening weergegeven en toegelicht tot aan het resultaat uit bedrijfsactiviteiten. In de winst- en verliesrekening zijn opbrengsten en kosten geschoond voor incidentele posten en bijzondere boekhoudkundige posten, zoals de bijzondere waardeverminderingen HRN. Vervolgens wordt vervolgens aansluiting gemaakt met het resultaat uit bedrijfsactiviteiten zoals gerapporteerd in de jaarrekening.
Winst- en verliesrekening deel 1/2 |
||
(in miljoenen euro's) |
2024 |
2023 |
Treingerelateerd vervoer |
3.178 |
2.877 |
Stationsontwikkeling en -exploitatie |
520 |
483 |
Opbrengsten (exclusief TVOV, BVOV en NOW) |
3.698 |
3.360 |
Kosten personeel |
1.723 |
1.587 |
Afschrijvingskosten |
490 |
496 |
Kosten grond- en hulpstoffen |
329 |
303 |
Geactiveerde productie eigen bedrijf |
-63 |
-72 |
Kosten van uitbesteed werk en andere externe kosten |
487 |
463 |
Infraheffing en concessievergoeding |
533 |
463 |
Overige bedrijfslasten |
342 |
306 |
Bedrijfslasten (exclusief incidentele en bijzondere boekhoudkundige posten) |
3.841 |
3.546 |
Aandeel in resultaat investeringen (verwerkt middels equity-methode) |
2 |
-1 |
Onderliggend resultaat uit bedrijfsactiviteiten |
-141 |
-187 |
Transitievergoeding (TVOV), Beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV) en Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) |
4 |
60 |
Afrekening HSL-heffing voorgaande jaren |
- |
-10 |
Resultaatsimpact bijzondere waardeverminderingen |
23 |
-318 |
Saldo diversen |
-34 |
28 |
Effect incidentele en bijzondere boekhoudkundige posten |
-7 |
-240 |
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten |
-148 |
-427 |
Het resultaat uit bedrijfsactiviteiten bedraagt € -148 miljoen (2023: € -427 miljoen). Dit resultaat wordt echter beïnvloed door incidentele en bijzondere boekhoudkundige posten. De ontwikkeling van het onderliggend resultaat uit bedrijfsactiviteiten is zodoende een betere graadmeter van de ontwikkeling van onze financiële prestaties ten opzichte van het voorgaande jaar. Het onderliggend resultaat uit bedrijfsactiviteiten bedraagt in 2024 € -141 miljoen (2023: € -187 miljoen). Dat is een beperkte verbetering ten opzichte van vorig jaar maar, net als in de jaren daarvoor, onvoldoende voor een financieel gezond NS. De volgende grafiek geeft de ontwikkeling weer van het (onderliggend) resultaat uit bedrijfsactiviteiten in de periode 2019-2024, in miljoenen euro's.
Onvoldoende opbrengstengroei door achterblijvende reizigerskilometers
De reguliere opbrengsten uit reizigersvervoer zijn met 10% gestegen tot € 3.178 miljoen (2023: € 2.887 miljoen) en de opbrengsten vanuit Stations met 8% tot € 520 miljoen (2023: € 483 miljoen).
Het aantal reizigerskilometers is in 2024 met 4,3% gestegen ten opzichte van vorig jaar. Het niveau is, met name door het ingeburgerde thuiswerken, echter nog steeds onder het niveau van 2019, het laatste jaar vóór corona. Het aantal reizigerskilometers in 2024 ten opzichte van 2019 was 92%.
NS heeft de tarieven voor de meeste treinkaartjes en abonnementen de afgelopen jaren minder verhoogd dan de inflatie waarmee NS is geconfronteerd. Het zogenoemde ‘indexatiegat’, is in de periode van 2021 tot en met 2023 opgelopen tot 8,9%. Een gedeeltelijke inhaalverhoging zou, conform concessie-afspraken, samen met de verwachte inflatie van 2024 leiden tot een tariefsverhoging van 8,7% in 2024. Op verzoek van de overheid heeft NS de tarieven van binnenlandse treinen binnen de concessie HRN in 2024 echter helemaal niet verhoogd. Ter compensatie van gederfde inkomsten in 2024 ontving NS een eenmalige vergoeding van de overheid van € 120 miljoen. Voor de overige OV-aanbieders is deze bijdrage structureel. Voor NS is nog geen structurele oplossing gevonden om te voorkomen dat de stijgende kosten en het reeds opgelopen ‘indexatiegat’ alsnog in de toekomst (deels) in de tarieven moet worden verwerkt. NS wordt, naast achterblijvende reizigersgroei, in toenemende mate geconfronteerd met opbrengstenderving en extra kosten door externe factoren, zoals stakingen met een oorzaak buiten NS en problemen met de infrastructuur zoals werkzaamheden, verstoringen en snelheidsbeperkingen.
Gestegen bedrijfslasten door hoge inflatie
Zonder de incidentele en bijzondere boekhoudkundige posten zijn de bedrijfslasten met ruim 8% toegenomen tot € 3.841 miljoen (2023: € 3.546 miljoen). De stijgende kosten zijn het gevolg van inflatie en door de focus van NS op operationele prestaties, door bijvoorbeeld het uitbreiden van de dienstregeling en te zorgen voor voldoende collega’s en materieel om de dienstregeling robuust uit te voeren.
De personeelskosten, die bijna de helft van de bedrijfslasten beslaan, zijn met bijna 9% gestegen tot € 1.723 miljoen (2023: €1.587 miljoen). De stijging komt onder meer door het invullen van openstaande vacatures onder met name het operationele personeel (de gemiddelde personeelsbezetting is gestegen met 4%) en de stijging van de lonen (gemiddeld 6,6% per 1 januari 2024) en pensioenpremies. Daarnaast zijn ook de concessievergoeding, HSL-heffing en infrastructuurvergoeding, verschuldigd aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en ProRail gestegen naar € 533 miljoen (2023: € 463 miljoen), een toename van 15%1 door prijsstijging en door uitbreiding van de dienstregeling. Verder zijn € 25 miljoen afschrijvingskosten in 2024 vervroegd genomen doordat bepaalde software pakketten een kortere levensduur hebben dan eerder verwacht. Ten slotte is in 2024 sprake van sterk stijgende tarieven voor met name de tractie energie van het materieelpark € 136 miljoen (2023: € 109 miljoen).
- 1Deze vergelijking laat € 10 mln HSL-heffing buiten beschouwing welke in 2023 is verantwoord en betrekking had op eerdere jaren.
Bijzondere waardevermindering HRN
In 2020 heeft NS een bijzondere waardevermindering verantwoord over de vaste activa van het HRN, als gevolg van de impact van de coronapandemie op NS. De waardevermindering kwam met name door de beperkte verwachte verdiencapaciteit vergeleken met het marktconforme rendement en is in de jaren 2021 en 2022 deels teruggenomen. Na de gunning van de concessie in december 2023 door van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de periode 2025-2033 was een herbeoordeling noodzakelijk, ingegeven door de voorwaarden van de nieuwe concessie, aangepaste vooruitzichten ten aanzien van de reizigersontwikkeling en de gestegen rente. Neerwaarts bijgestelde vooruitzichten en gestegen rente zijn ook in 2024 aanleiding om de bijzondere waardevermindering te verhogen, met € 90 miljoen. Gecombineerd met de € 113 miljoen lagere afschrijvingen in 2024 als gevolg van de tot dusver verantwoorde bijzondere waardevermindering is het netto-effect op het resultaat uit bedrijfsactiviteiten € 23 miljoen positief (2023: € 318 miljoen negatief). De bijzondere waardevermindering HRN veroorzaakt geen kasstromen.
Nettoverlies
De volgende tabel is het tweede deel van de winst- en verliesrekening.
Winst- en verliesrekening deel 2/2 |
||||
(in miljoenen euro's) |
2024 |
2023 |
||
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten |
-148 |
-427 |
||
Financieringsbaten |
60 |
100 |
||
Financieringslasten |
-30 |
-52 |
||
Netto financieringsresultaat |
30 |
48 |
||
Resultaat voor winstbelasting |
-118 |
-379 |
||
Winstbelasting |
-6 |
111 |
||
Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten |
-124 |
-268 |
||
Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten, na belastingen |
-17 |
-112 |
||
Resultaat over de verslagperiode |
-141 |
-380 |
Door het resultaat uit bedrijfsactiviteiten en de bijzondere posten daarin, gecombineerd met bovenstaande, rapporteert NS een nettoverlies van € -141 miljoen (2023: € -380 miljoen).
Het netto financieringsresultaat is in 2024 positief beïnvloed doordat NS met ingang van 2024 bouwrente in relatie tot investeringen activeert (in 2024 een bedrag van € 47 miljoen). Verder is in het netto financieringsresultaat 2024 een bate van € 14 miljoen (2023: € 66 miljoen) verantwoord als gevolg van de vrijval van voorziene verplichtingen en garanties in relatie tot de herstructurering in Duitsland. Het resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten houdt met name verband met de afronding van de verkoop van de activiteiten in Duitsland.
De effectieve belastingdruk is -5% (2023: 29%) en wijkt af van het belastingtarief vennootschapsbelasting van 25,8%, met name door een afwaardering van de belastingvordering voor een bedrag van € 37 miljoen. Aanleiding voor de afwaardering zijn de geprognosticeerde fiscale winsten over de jaren tot en met 2033 waaruit de verwachting blijkt dat de vordering niet geheel kan worden gerealiseerd.