CO2-uitstoot van NS
Voor de berekeningen van CO2 werken we volgens de richtlijnen uit het Greenhouse Gas (GHG) Protocol: de wereldwijde standaard voor het bepalen van broeikasgasemissies op bedrijfsniveau. Bij het meten van CO2 maken we conform het GHG Protocol onderscheid tussen scope 1, 2 en 3.
Scope 1: dit zijn de emissies die we zelf veroorzaken, zoals bij gasverwarming in gebouwen.
Scope 2: dit zijn de emissies die ontstaan bij de productie van energie die NS gebruikt. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om elektriciteit die we inkopen voor onze treinen en gebouwen.
Scope 3: dit zijn de emissies die ontstaan door activiteiten van andere ketenpartijen als gevolg van de activiteiten van NS, zoals bij het produceren van treinen of bouwmaterialen voor de verbouwingen op stations. Ook de uitstoot door het voor- en natransport van onze reizigers valt hieronder.
We kijken in alle scopes naar de uitstoot van CO2 en van CO2-equivalenten. Dat betekent dat naast CO₂ ook andere relevante broeikasgassen (zoals CH4, N2O, HFCs, PFCs, SF6 en NF3), indien relevant, worden meegenomen en uitgedrukt in CO₂-equivalenten. Waar mogelijk worden de emissiefactoren van het platform CO2emissiefactoren.nl gehanteerd. Voor de consolidatie van de emissies is de ‘operationele controle’ aanpak gehanteerd.
De totale (locatie-gebaseerde) emissies waren in 2024 838 kton. Dat is 0,9% hoger dan in 2023. Dit wordt met name veroorzaakt door ketenemissies in scope 3, door groeiende emissies van voor- en natransport (door meer reizigerskilometers) en gegroeide uitstoot vanwege kapitaalgoederen (door de aanschaf van nieuw materieel en bouwprojecten). Deze stijging wordt slechts deels gecompenseerd door een daling in scope 2 van de tractie-energie, met name door vergroening van de elektriciteitsmix. Ten opzichte van het referentiejaar 2019 (het laatste jaar vóór corona ) is er een gemiddelde reductie van 4,1% per jaar in scope 1 (doel: 4,2%), 6,6% per jaar in scope 2 (doel: 4,2%) en 2,6% per jaar in scope 3 (doel: 2,5%). Hiermee reduceert NS haar uitstoot in lijn met haar gestelde science-based targets.*
- *Onze korte termijn science-based targets voor 2030 zijn 46,2% reductie in scope 1 en 2 (in lijn met 1,5°C-scenario) en 27,5% reductie in scope 3 (in lijn met het 'well-below 2°C-scenario) ten opzichte van 2019. Onze langetermijn science-based targets zijn minimaal 90% reductie voor scope 1 en 2 in 2040 en voor scope 3 in 2050 (in lijn met 1,5°C-scenario). Het doel van NS is om in 2050 netto-nul uitstoot te bereiken. Dat wil zeggen minimaal 90% reductie in 2050 ten opzichte van 2019, en de resterende emissies worden gecompenseerd.
Broeikasgasemissies in kiloton CO₂-equivalenten |
2019 (basisjaar) |
2023 |
2024 |
delta (%) t.o.v. 2023 |
delta per jaar (%) t.o.v. 2019 |
doel 2030 |
doel 2040 |
doel 2050 |
Scope 1 - directe emissies |
16 |
13 |
12 |
-5,8% |
-4,1% |
8 |
2 |
2 |
1: stationaire- en mobiele verbranding |
12 |
10 |
9 |
-8,4% |
-5,2% |
|||
2: vluchtige en procesemissies |
4 |
4 |
4 |
1,3% |
-0,5% |
|||
Scope 2 - indirecte emissies van ingekochte energie |
||||||||
Locatie-gebaseerd |
491 |
349 |
328 |
-5,9% |
-6,6% |
264 |
49 |
49 |
1: elektriciteit |
490 |
348 |
328 |
-5,8% |
-6,6% |
|||
2: warmte |
1 |
1 |
0 |
-31,5% |
-10,0% |
|||
Markt-gebaseerd |
1 |
1 |
0 |
-31,5% |
-10,0% |
|||
Matching |
197 |
140 |
97 |
-30,3% |
-10,1% |
|||
Scope 3 - indirecte emissies uit de waardeketen* |
573 |
469 |
498 |
6,2% |
-2,6% |
415 |
57 |
|
1: ingekochte goederen en diensten |
202 |
195 |
189 |
-3,0% |
-1,3% |
|||
2: kapitaalgoederen |
111 |
54 |
73 |
33,9% |
-6,8% |
|||
3: brandstof- en energiegerelateerde activiteiten |
17 |
19 |
21 |
14,5% |
4,8% |
|||
4: upstream transport en distributie |
8 |
7 |
8 |
16,7% |
-0,9% |
|||
5: afval |
7 |
5 |
4 |
-23,3% |
-7,6% |
|||
6: zakelijk reizen |
1 |
1 |
1 |
39,3% |
-1,1% |
|||
7 woon-werkverkeer |
5 |
6 |
10 |
74,0% |
17,7% |
|||
9: downstream transport en distributie |
195 |
163 |
172 |
6,0% |
-2,3% |
|||
13: downstream geleasete activa |
26 |
19 |
19 |
-1,8% |
-5,7% |
|||
Totale emissies (locatie-gebaseerd) |
1079 |
830 |
838 |
0,9% |
-4,5% |
|||
Totale emissies (markt-gebaseerd) |
567 |
467 |
496 |
6,1% |
-2,5% |
|||
Totale emissies (matching) |
772 |
613 |
597 |
-2,5% |
-4,5% |
-
1NS rapporteert over alle relevante scope 3 categorieën. De bovenstaande tabel toont geen uitstoot in een aantal scope 3-categorieën. Dit heeft drie redenen:
(a) relevante emissies worden al in een andere categorie in deze tabel gerapporteerd (categorie 8 - upstream geleasete activa; categorie 12 - end-of-life behandeling van verkochte producten; categorie 14 - franchises);
(b) de categorie is niet van toepassing (categorie 10 - verwerking van verkochte producten); of
(c) de emissies zijn op basis van schatting niet materieel (categorie 11 - gebruik van verkochte producten; categorie 15 - investeringen).
Scope 1-uitstoot
Onze scope 1 uitstoot bedroeg in 2024 12 kton CO2 (2023: 13 kton*). Hiervan was 9 kton afkomstig van brandstofverbruik door voertuigen en verwarming van gebouwen en de rest van koudemiddelen (stoffen die worden gebruikt voor transport van warmte in koel- en klimaatinstallaties).
- *Het verschil in uitstoot ten opzichte van cijfers in het jaarverslag 2023 is een gevolg van een aangepaste methodiek. Vanaf dit jaar worden de Well-To-Tank (WTT) emissies van brandstoffen in scope 3 gerapporteerd (zoals voorgeschreven door het GHG-protocol). Daarnaast zijn koudemiddelen dit jaar toegevoegd aan de CO2-inventaris. Deze kunnen bij lekkage, ondanks kleine hoeveelheden, toch bijdragen aan klimaatverandering, door hun vaak sterke aardopwarmingsvermogen.
Scope 2-uitstoot
Meetmethoden
We berekenen scope 2-uitstoot op twee manieren:
Locatie-gebaseerd: deze methode berekent de uitstoot op basis van de gemiddelde energie-opwek in Nederland, zonder onderscheid te maken tussen groene- en grijze energiecontracten.
Markt-gebaseerd: deze methode houdt rekening met de contractuele overeenkomsten die NS heeft afgesloten voor de aankoop van elektriciteit, waaronder eventuele garanties van oorsprong die aantonen dat de elektriciteit is opgewekt uit hernieuwbare bronnen.
Daarnaast hanteren we als NS nog een derde meetmethode. Daarin houden we rekening met de gelijktijdigheid van de opwek en het verbruik van de energie:
Matching: de CO2-uitstoot van de uren waarin we minder energie verbruikten dan er werd opgewekt aan duurzame energie en we dus niet afhankelijk waren van fossiele bronnen.
Resultaten
Locatie-gebaseerd: met deze meetmethode bedraagt onze totale uitstoot in 2024 328 kton CO2 (2023: 349 kton*). Hiervan komt 310 kton door het rijden van treinen en 18 kton voor de elektra in gebouwen. De cijfers van 2024 zijn 5,9% lager dan die van 2023, voor een belangrijk deel omdat het aandeel van duurzame energie in de Nederlandse energiemix is toegenomen. Het absolute elektriciteitsverbruik is in 2024 1,1% hoger dan 2023, maar is per reizigerskilometer gedaald.
Marktgebaseerd: In 2024 was de hoeveelheid elektriciteit die NS verbruikte op jaarbasis gelijk aan de hoeveelheid hernieuwbare elektriciteit die door onze energieleverancier werd geproduceerd en aan ons werd toegewezen. Dit resulteert in een markt-gebaseerde uitstoot van nagenoeg 0 kton CO2.
Matching: in 2024 was de tractie uur-matching circa 70,5%. Dit betekent dat we afgelopen jaar ongeveer 29,5% van de tijd op uurniveau afhankelijk waren van fossiele elektriciteitsbronnen. Hiermee was onze uur-matching scope 2 uitstoot 97 kton CO2.
- *Het verschil in uitstoot ten opzichte van cijfers in het jaarverslag 2023 is een gevolg van een aangepaste methodiek. Vanaf dit jaar worden de WTT emissies van ingekochte elektriciteit, net als van brandstoffen, in scope 3 gerapporteerd. Daarnaast wordt er een andere emissiefactor gehanteerd.
Scope 3-uitstoot
We hebben onze scope 3-uitstoot in 2024 voor het eerst in kaart gebracht, ook met terugwerkende kracht voor 2023 en 2019. Deze bedraagt 498 kton CO2 (2023: 469 kton). Het grootste aandeel is afkomstig uit ingekochte goederen, diensten en kapitaalgoederen (262 kton). Dit omvat onder meer nieuwe treinen, treinonderdelen, bouwprojecten en bedrijfsmiddelen. Het voor- en natransport van reizigers (172 kton) is ook een belangrijke bron van uitstoot in de keten van NS. Dit betreft de CO2-uitstoot veroorzaakt door het voor- en natransport van treinreizigers die met o.a. de bus, (elektrische) auto, tram en metro van en naar NS-stations reizen. Hiernaast dragen de WTT emissies van brandstof en energiegerelateerde activiteiten (21 kton) en het energieverbruik van externe huurders in stations (19 kton) ook significant bij aan de scope 3-emissies. De emissies van treinvervangend busvervoer bedragen 6 kton. Het restant (18 kton) bestaat uit zakelijk reizen en woon-werkverkeer, transport en distributie van ingekochte goederen, en afval.
De ketenemissies in scope 3 zijn ten opzichte van 2023 met 6,2% gestegen, als gevolg van groeiende emissies van voor- en natransport (door meer reizigerskilometers) en gegroeide uitstoot van kapitaalgoederen (door van de aanschaf van nieuw materieel en bouwprojecten).
CO2-uitstoot per reizigerskilometer
In de volgende tabel staat de CO2-uitstoot per reizigerskilometer op basis van het rijden van de treinen (tractie-energie en treinvervangend busvervoer) en op basis van de totale scope 1, 2 en 3-uitstoot van NS. Hiermee kunnen we de uitstoot van treinreizen vergelijken met andere vervoersmiddelen. Ter vergelijking: Waar de uitstoot van NS per reizigerskilometer voor het rijden van treinen 0 gram CO₂ bedraagt, stoot een gemiddelde auto per reizigerskilometer 147 gram CO₂ uit.
Uitstoot per reizigerskilometer |
eenheid |
2019 |
2023 |
2024 |
Voor het rijden van treinen: tractie energie + treinvervangend vervoer |
gram CO₂ /km |
0 |
0 |
0 |
Voor totale uitstoot: scope 1 + 2 (locatie-gebaseerd) + scope 3 |
gram CO₂ /km |
57 |
54 |
52 |
Reizigerskilometers |
miljoen km |
18.896 |
15.488 |
16.133 |
Vermeden CO2-uitstoot als KPI
In de nieuwe hoofdrailnetconcessie wordt ‘vermeden CO2-uitstoot’ een nieuwe prestatie-indicator, conform vervoerplan 2025. Hiermee maken we inzichtelijk hoeveel CO2-uitstoot vermeden is doordat reizigers de trein namen in plaats van de auto. We gebruiken het ook als sturingsmiddel om onze eigen CO2-uitstoot en de CO2-uitstoot in onze keten te verlagen. Voor de berekeningen achter deze indicator gebruiken we de richtlijnen uit het Greenhouse Gas (GHG) Protocol: de wereldwijde standaard voor het bepalen van broeikasgasemissies op bedrijfsniveau.
Governance op duurzaam ondernemen
De MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) Council is het beleidsvoorbereidend orgaan van NS voor maatschappelijk ondernemen. De Council bestaat uit directeuren (of hun gedelegeerden) van bedrijfsonderdelen en staven en komt bijeen onder voorzitterschap van het RvB-lid verantwoordelijk voor mvo. De voortgang en ontwikkeling van de resultaten op het gebied van duurzaamheid worden via de reguliere planning-, control- en rapportagecyclus gevolgd en bestuurd. De MVO Council bespreekt ieder kwartaal de MVO rapportage over de resultaten op het gebied van duurzaamheid. Voorgenomen besluiten en beleid worden indien nodig ter goedkeuring aan de raad van bestuur voorgelegd. De kwartaal rapportage wordt eveneens gedeeld met de RvB. Er wordt doorgaans twee keer per jaar aan de RvC of RAC gerapporteerd over Duurzaamheid. Tot juli 2024 viel de verantwoordelijkheid voor duurzaam ondernemen onder de directeur Commercie en Ontwikkeling en vanaf augustus onder de directeur Financiën. Conform de Corporate Governance Code is de raad van bestuur verantwoordelijk voor de voor NS relevante maatschappelijke aspecten van ondernemen. De raad van bestuur legt hierover verantwoording af aan de raad van commissarissen en de algemene vergadering.