29. Personeelsbeloningen
De personeelsbeloningen omvatten:
verplichtingen als gevolg van regelingen in verband met vervroegd uittreden (RVU-regeling);
verplichtingen als gevolg van andere werknemersvergoedingen, waaronder jubileumuitkeringen en arbeidsongeschiktheidsvergoedingen;
verplichting als gevolg van retentiebonus voor cao-medewerkers en uitzendkrachten.
(in miljoenen euro's) |
31 december 2024 |
31 december 2023 |
Verplichting i.v.m. tijdelijke regeling vervroegd uittreden |
18 |
25 |
Jubileumverplichtingen |
30 |
28 |
Arbeidsongeschiktheid verplichtingen |
6 |
5 |
Retentiebonus |
27 |
- |
Totaal |
81 |
58 |
Opgenomen onder: |
||
Langlopend |
40 |
48 |
Kortlopend |
41 |
10 |
Het verloop van de verplichtingen is als volgt:
(in miljoenen euro's) |
Verplichting Regeling Vervroegd Uittreden |
Jubileum verplichtingen |
Arbeids- ongeschiktheid verplichtingen |
Retentie- |
Overig |
Totaal |
Verplichtingen per 1 januari 2023 |
28 |
27 |
- |
- |
- |
55 |
Servicekosten via winst- en verliesrekening |
1 |
2 |
5 |
- |
- |
8 |
Interestkosten via winst- en verliesrekening |
- |
1 |
- |
- |
- |
1 |
Uitkeringen |
-7 |
-2 |
- |
- |
- |
-9 |
Ongerealiseerde actuariële resultaten via het overzicht totaalresultaat |
3 |
- |
- |
- |
- |
3 |
Actuariële resultaten via winst- en verliesrekening |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
Totaal mutaties boekjaar |
-3 |
1 |
5 |
- |
- |
3 |
Verplichtingen per 31 december 2023 |
25 |
28 |
5 |
- |
- |
58 |
Mutaties in 2024 |
||||||
Servicekosten via winst- en verliesrekening |
1 |
4 |
- |
27 |
2 |
34 |
Interestkosten via winst- en verliesrekening |
1 |
1 |
- |
- |
- |
2 |
Uitkeringen |
-9 |
-4 |
- |
- |
- |
-13 |
Ongerealiseerde actuariële resultaten via het overzicht totaalresultaat |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
Actuariële resultaten via winst- en verliesrekening |
- |
1 |
-1 |
- |
- |
- |
Totaal mutaties boekjaar |
-7 |
2 |
-1 |
27 |
2 |
23 |
Verplichtingen per 31 december 2024 |
18 |
30 |
4 |
27 |
2 |
81 |
Regeling Vervroegd Uittreden
In 2021 is de tijdelijke Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) ingevoerd. Hierbij mogen werknemers die in dienst zijn en vóór 1 januari 2028 de AOW-datum bereiken maximaal 3 jaar eerder met pensioen, waarbij dan een bedrag van € 22.164 bruto wordt uitgekeerd in ofwel maandelijkse termijnen ofwel ineens. In 2022 is deze regeling met één jaar verlengd (vóór 1 januari 2029) en opgehoogd naar € 24.444 voor ingang van de regeling vanaf 1 januari 2023.
Deze regeling wordt beschouwd als een zogenoemde 'post-employment' regeling, waarbij de servicekosten via de winst-en-verliesrekening worden verwerkt en de ongerealiseerde actuariële resultaten via het overzicht totaalresultaat.
Voor de berekening van de RVU verplichting is de prognosetafel AG2024 gebruikt.
Het actuarieel resultaat dat via het overzicht totaalresultaat is verwerkt wordt in 2023 veroorzaakt door een wijziging van de inschattingen ten aanzien van de deelnamekans aan de RVU-regeling.
De gevoeligheden zijn als volgt:
2024 |
2023 |
|
Discontering (-0,5%) |
0,5% |
0,8% |
Deelnamekans (+10%) |
12,2% |
8,4% |
Jubileumverplichtingen
Medewerkers die 12,5, 25, 40, 45 en 50 jaar onafgebroken en aaneensluitend in dienst zijn van NS ontvangen een jubileumuitkering. Medewerkers van het retailbedrijf ontvangen bij 5, 12,5, 25 en 40 jaar in dienst zijn van NS een jubileumuitkering.
Voor de berekening van de jubileumverplichtingen is de prognosetafel AG2024 gebruikt.
De gevoeligheden zijn als volgt:
2024 |
2023 |
|
Discontering (-0,5%) |
3,6% |
3,5% |
Loonsomstijging (0,5%) |
3,7% |
3,7% |
Carrièrekansen (+25%) |
2,9% |
2,1% |
Ontslagkansen (+25%) |
-6,5% |
-5,1% |
Arbeidsongeschiktheid verplichtingen
Dit betreft een verplichting voor:
een cao-aanvulling voor arbeidsongeschikten in dienst van NS, die tot en met 2023 door de Stichting ter Bevordering van Arbeidsparticipatie bij Arbeidsongeschiktheid is uitgekeerd. Vanaf 2024 keert NS deze cao-aanvulling uit. De betreffende regeling is gesloten voor nieuwe deelnemers;
een reïntegratietoeslag die NS betaalt aan een groep arbeidsongeschikten.
Voor de berekening van de arbeidsongeschiktheid verplichtingen is de prognosetafel AG2024 gebruikt.
De gevoeligheden zijn als volgt:
2024 |
2023 |
|
Discontering (-0,5%) |
3,0% |
3,1% |
Loonsomstijging (0,5%) |
3,3% |
3,4% |
Retentiebonus
In de cao-afspraken over de periode tot 1 maart 2025 is opgenomen dat medewerkers een retentiebonus ontvangen. Medewerkers die op 31 december 2024 in dienst zijn, en tenminste 12 maanden werkzaam zijn geweest, ontvangen de retentiebonus in januari 2025. Medewerkers die gedurende 2024 in dienst zijn getreden ontvangen de retentiebonus in 2025 aan het einde van het kwartaal waarin zij 12 maanden werkzaam zijn. De retentiebonus geldt ook voor uitzendkrachten.
Pensioenregelingen
Voor het personeel van de NS groepsmaatschappijen gelden de pensioenregelingen van de volgende pensioenfondsen, met vermelding van de aantallen aangesloten actieve deelnemers:
(in aantallen) |
31 december 2024 |
31 december 2023 |
Pensioenfonds Rail en OV |
17.756 |
16.920 |
Bedrijfstakpensioenfonds Horeca & Catering |
1.508 |
1.155 |
Bedrijfstakpensioenfonds voor het Levensmiddelenbedrijf |
1.204 |
1.018 |
Bedrijfstakpensioenfonds Metaal & Techniek |
521 |
540 |
Aanvullende pensioenregeling Servex |
38 |
40 |
Pensioenregeling Pensioenfonds Rail en OV (toegezegde-bijdrageregeling)
De pensioenregeling voor de bedrijfstak Spoorwegen is ondergebracht bij het Pensioenfonds Rail en OV. De regeling wordt voor de financiële verantwoording als een toegezegde-bijdrageregeling gekwalificeerd. Met het Pensioenfonds Rail en OV is een vaste, vooraf vastgestelde, jaarlijkse premie overeengekomen, uitgedrukt in een percentage van de pensioengrondslag. In 2024 heeft NS de nominale pensioenpremie van 26,8% afdragen aan het pensioenfonds. Van de pensioenpremie die aan het Pensioenfonds Rail en OV wordt afgedragen komt twee derde deel voor rekening van de onderneming en één derde deel voor rekening van de medewerkers. De onderneming heeft na betaling van de overeengekomen premie geen verplichting tot het betalen van aanvullende bedragen in geval sprake zou zijn van een tekort bij het pensioenfonds. De actuariële risico’s en de beleggingsrisico’s liggen bij het pensioenfonds en haar deelnemers.
Eind 2015 heeft de Groep voor de afwikkeling van het premiepad nieuwe afspraken gemaakt met het pensioenfonds, ingaande per 1 januari 2016. Het werknemersgedeelte van het premiepad (1/3 deel van het bedrag) is ultimo 2022 volledig verrekend met de werknemers. Het werkgeversgedeelte van het premiepad (2/3 deel van het bedrag) is toegevoegd aan de afkoopsom loonkostensprong en zal tot 2035 additioneel ten gunste van de pensioenkosten worden verantwoord (noot 28).
De aanvullende pensioenregeling Servex is een toegezegde-bijdrageregeling.
Bedrijfstakpensioenfondsen (horeca en catering, levensmiddelen, metaal en techniek)
Het basispensioen voor iedere werknemer is gedekt door fondsen van meerdere werkgevers, waarin ook andere ondernemingen deelnemen op basis van wettelijke verplichtingen. Deze fondsen kennen een geïndexeerde middelloonregeling en zijn daarom toegezegd-pensioenregelingen. Aangezien deze fondsen niet uitgerust zijn om de vereiste informatie te verstrekken over het evenredige deel van de pensioenverplichtingen en fondsbeleggingen van de Groep worden de toegezegd-pensioenregelingen verwerkt als toegezegde-bijdrageregelingen. De Groep is verplicht de vooraf bepaalde premie voor deze regelingen te betalen. De Groep mag geen surplus terugvorderen en is niet verplicht tekorten aan te zuiveren, behalve door middel van aanpassing van toekomstige premies.