18. Debiteuren en overige vorderingen

(in miljoenen euro's)

31 december 2024

31 december 2023

Debiteuren

81

162

Nog te factureren opbrengsten

159

147

Overige belastingen en sociale lasten

-

-

Overige vorderingen

131

207

Totaal

371

516

De overige vorderingen bestaan met name uit vooruitbetalingen en waarborgsommen voor energie-, lease- en automatiseringscontracten.

Onder de debiteuren en overige vorderingen is een bedrag opgenomen van € 4 miljoen (2023: € 31 miljoen) met betrekking tot ProRail en Rijksoverheid en een bedrag van € 16 miljoen (2023: € 24 miljoen) met betrekking tot Translink Systems BV.

De ouderdomsopbouw van de debiteuren op de verslagdatum was als volgt:

31 december 2024

31 december 2023

(in miljoenen euro's)

Bruto

Voorzien

Bruto

Voorzien

Nog niet opeisbaar

58

-

63

-

Opeisbaar 0-30 dagen

8

1

58

1

Opeisbaar 31-120 dagen

6

1

11

2

Opeisbaar 121-180 dagen

2

1

25

1

Opeisbaar 181-360 dagen

4

1

9

2

Opeisbaar meer dan een jaar

13

6

8

6

Totaal

91

10

174

12

Bijzondere waardeverminderingsverliezen

Mutaties in de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot debiteuren gedurende het jaar waren als volgt:

(in miljoenen euro's)

2024

2023

Stand per 1 januari

12

10

Toevoegingen

8

7

Verbruik

-6

-3

Vrijval

-4

-2

Stand per 31 december

10

12

Waarderingsgrondslag

De debiteuren en overige vorderingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde plus eventuele direct toerekenbare transactiekosten. Na eerste opname worden deze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve-rentemethode.

De Groep vormt een voorziening voor bijzondere waardeverminderingen ter grootte van de verwachte kredietverliezen uit hoofde van handels- en overige vorderingen. De belangrijkste onderdelen van deze voorziening zijn een specifieke verliesvoorziening voor afzonderlijke belangrijke posities en een collectieve verliesvoorziening voor groepen vergelijkbare activa in verband met verliezen die worden verwacht, maar nog niet zijn geïdentificeerd. De collectieve verliesvoorziening wordt bepaald op basis van historische betalingsgegevens voor vergelijkbare financiële activa.

Voorzieningen met betrekking tot debiteuren worden getroffen als sprake is van een bijzondere waardevermindering, tenzij de Groep er zeker van is dat het onmogelijk is het verschuldigde bedrag terug te krijgen. In dat laatste geval wordt het bedrag aangemerkt als oninbaar en direct afgeboekt ten laste van het betreffende financiële actief.

Print pagina